Deuteronomium 3:2

SVToen zeide de HEERE tot mij: Vrees hem niet, want Ik heb hem, en al zijn volk, en zijn land, in uw hand gegeven; en gij zult hem doen, gelijk als gij Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt.
WLCוַיֹּ֨אמֶר יְהוָ֤ה אֵלַי֙ אַל־תִּירָ֣א אֹתֹ֔ו כִּ֣י בְיָדְךָ֞ נָתַ֧תִּי אֹתֹ֛ו וְאֶת־כָּל־עַמֹּ֖ו וְאֶת־אַרְצֹ֑ו וְעָשִׂ֣יתָ לֹּ֔ו כַּאֲשֶׁ֣ר עָשִׂ֗יתָ לְסִיחֹן֙ מֶ֣לֶךְ הָֽאֱמֹרִ֔י אֲשֶׁ֥ר יֹושֵׁ֖ב בְּחֶשְׁבֹּֽון׃
Trans.wayyō’mer JHWH ’ēlay ’al-tîrā’ ’ōṯwō kî ḇəyāḏəḵā nāṯatî ’ōṯwō wə’eṯ-kāl-‘ammwō wə’eṯ-’arəṣwō wə‘āśîṯā llwō ka’ăšer ‘āśîṯā ləsîḥōn meleḵə hā’ĕmōrî ’ăšer ywōšēḇ bəḥešəbwōn:

Algemeen

Zie ook: Amorieten, Hand (lichaamsdeel), Hesbon (plaats), Sihon
Numeri 21:34

Aantekeningen

Toen zeide de HEERE tot mij: Vrees hem niet, want Ik heb hem, en al zijn volk, en zijn land, in uw hand gegeven; en gij zult hem doen, gelijk als gij Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

Toen zeide

יְהוָ֤ה

de HEERE

אֵלַי֙

-

אַל־

-

תִּירָ֣א

tot mij: Vrees

אֹת֔וֹ

-

כִּ֣י

-

בְ

-

יָדְךָ֞

in uw hand

נָתַ֧תִּי

gegeven

אֹת֛וֹ

-

וְ

-

אֶת־

-

כָּל־

-

עַמּ֖וֹ

hem niet, want Ik heb hem, en al zijn volk

וְ

-

אֶת־

-

אַרְצ֑וֹ

en zijn land

וְ

-

עָשִׂ֣יתָ

en gij zult hem doen

לּ֔וֹ

-

כַּ

-

אֲשֶׁ֣ר

-

עָשִׂ֗יתָ

gedaan hebt

לְ

-

סִיחֹן֙

gelijk als gij Sihon

מֶ֣לֶךְ

den koning

הָֽ

-

אֱמֹרִ֔י

der Amorieten

אֲשֶׁ֥ר

-

יוֹשֵׁ֖ב

woonde

בְּ

-

חֶשְׁבּֽוֹן

die te Hesbon


Toen zeide de HEERE tot mij: Vrees hem niet, want Ik heb hem, en al zijn volk, en zijn land, in uw hand gegeven; en gij zult hem doen, gelijk als gij Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!